Beschrijving
De Butia vind zijn oorsprong in Zuid-Amerika en dan voornamelijk in Brazilië, Uruguay en Argentinië.
Aan het begin van de bloei zijn bloemen geel, maar die verkleuren naar het paars. Na de bloei vormen zich vruchten die eetbaar zijn en een beetje naar Abrikoos smaken. In Zuid-Amerika word van de vruchten een gelei achtige jam gemaakt, vandaar de Nederlandse naam geleipalm. Bloei en vruchten zullen in Nederland niet snel plaats vinden omdat ons klimaat hier niet geschikt voor is.
Onderhoud Geleipalm – Butia capitata
Veel water, veel licht en regelmatig mest heeft deze palm echt wel nodig. Zorg wel dat hij op een plek staat waar geen water kan blijven staan, dit kan gemakkelijk lijden tot rotting van de wortels. Tot -5 is de palm winterhard, overwintering zal dus binnen op een vorstvrij plek moeten. Gaat de plant in het voorjaar naar buiten zet hem dan de eerste 4 weken niet in direct zonlicht, de bladeren zullen anders verbanden. Na 4 weken is de plant gewend aan de zon en kan hij verplaatst worden naar een zonnige plek. Met zijn blauwgroenige blad is de geleipalm een aanwinst in elke pot.